Ernstige nadelige gevolgen van langdurige detentie
Wijlen oud-hoogleraar Louk Hulsman felle tegenstander vrijheidsstraf
Dordrecht – Dertig jaar geleden, in januari 1986, verscheen het boek Afscheid van het strafrecht, de Nederlandse vertaling van het zes jaar eerder in het Frans uitgegeven boek ‘Peines Perdues. La systeme pénal en question’, geschreven door Louk Hulsman samen met Jacqueline Bernat Célis, die hem interviewde. Peines Perdues was een pleidooi voor de afschaffing van het strafrecht. Het abolitionisme zag hij als wenkend perspectief, voorafgegaan door decriminalisering en decarceratie, de terugdringing van de vrijheidsstraf.
In 1969, toen Louk Hulsman -vanaf 1964 hoogleraar strafrecht aan de Nederlandse Economische Hogeschool in Rotterdam (later de Erasmus Universiteit) nog geen abolitionist was, had hij wel al een hard oordeel over de vrijheidsstraf. In een interview dat ik in 1969 met hem had voor het Algemeen Handelsblad (later gefuseerd met de NRC) bracht hij zijn bezwaren tegen de opsluiting in de gevangenis als volgt onder woorden: ‘Het opsluiten voor lange tijd in een gevangenis is een verkeerde manier om iemand er toe te bewegen voortaan niet meer crimineel te zijn. Je kunt natuurlijk iemand net zolang opsluiten totdat hij helemaal is uitgeblust, maar dat zullen we in de meeste gevallen als onevenredig en onrechtvaardig ervaren. Het publiek wil met de gevangenisstraf in de eerste plaats de maatschappij beschermen en in de tweede plaats het gedrag van de betrokkenen verbeteren. Dat bereik je volgens mij hoogst zelden met een lange gevangenisstraf. Natuurlijk zal je een beschermende maatregel moeten treffen wanneer je te maken krijgt met een uitermate gevaarlijk mens, bij wie de risico’s heel duidelijk zijn. Maar wanneer we zo iemand isoleren, zal een ander leefklimaat gewenst zijn dan wij nu nog bieden. En dan zonder pretentie dat we hem ermee genezen.’
Kostbare affaire
Het nut van de vrijheidsstraf was volgens Hulsman gering: ‘We weten nu, het staat in allerlei opzichten vast, welke ernstige nadelige gevolgen een langdurige detentie voor de meeste mensen heeft, gewoon omdat je hen in een kunstmatig milieu zet. We weten dat die vrijheidsstraf op zichzelf niet resocialiserend werkt, dat die juist zeer ongunstige condities schept voor resocialisatie. Bovendien vormen alle vrijheidsstraffen een handicap voor de man, die bij zijn terugkomst in de maatschappij merkt hoe getekend hij is, hoe moeilijk het hem wordt gemaakt om verder in de samenleving te functioneren, hetgeen de kans op herhaling eerder groter dan kleiner maakt. De vrijheidsstraf is ook nog een uitermate kostbare affaire. Je mag toch best aan het economische principe denken. Als iets duurs voor niemand beter is, dan doe je dat dure niet en de vrijheidsstraf is de duurste straf die we hebben. Om al die redenen vind ik, dat we de opsluiting heel grondig en radicaal moeten terugdringen. We zouden de vrijheidsstraf de eerstvolgende tien jaar tot een vijfde of zoiets van de huidige frequentie moeten beperken.’
Mede-oprichter Coornhert-Liga
Louk Hulsman, tot 1988 hoogleraar strafrecht en criminologie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, was medeoprichter, de eerste voorzitter en inspirator van de in 1971 opgerichte Coornhert-Liga, de vereniging voor strafrechthervorming die tot 1999 actief is gebleven. Hij drukte een stempel op de Coornhert-Liga met zijn pleidooien voor gedragsbeïnvloeding en conflictoplossing zónder inschakeling van het strafrecht. Voor de vertaalde uitgave Afscheid van het strafrecht heb ik Hulsman geïnterviewd over het strafrecht in Nederland in de periode 1955-1985, met als sombere titel ‘van decriminalisering naar restauratie van het oude strafrecht’.
Volgens Hulsman begon de restauratie in 1980 na een lange periode (vanaf 1945) van strafrechthervorming. Hij had voor die restauratie zelf al in 1974 gewaarschuwd in het blad Delict en Delinkwent: ‘Er zijn bepaalde tekenen die erop wijzen dat de onbeheerste conjunctuur binnen het strafrechtelijk systeem ons in de komende jaren weer opwaarts zal voeren, zowel ten aanzien van de frequentie als de duur van de opgelegde straffen’.
Reclasseerders
In mijn interview voor het boek Afscheid van het Strafrecht zei Hulsman (in 1986): ‘Het ideaal om de vrijheidsstraf terug te brengen is nu formeel verlaten. En vervangen door het ideaal om grote gevangenissen te gaan bouwen. Een uitbreiding die zijn weerga niet kent in Nederland. Het relatief milde karakter van ons strafrechtelijk systeem, in vergelijking met dat in de ons omringende landen, wordt ernstig bedreigd. Een van de meest ingrijpende symptomen daarvan is het onder controle brengen van de reclassering. In de eerste plaats wordt de reclassering zeer ernstig gekort.
Van die korting wordt gebruik gemaakt om de reclassering te reorganiseren. Onder het mom van privatisering van de totale reclassering wordt een poging gedaan om de reclassering in werkelijkheid volledig in de publieke sector onder te brengen en te onderwerpen aan de centralistische leiding van het departement. Reclasseerders dienen weer controleurs te worden en de decriminaliserende activiteiten dienen uit het takenpakket te worden verwijderd.’
Hulsman heeft in veel opzichten gelijk gekregen. Hij overleed op 28 januari 2009 in zijn woonplaats Dordrecht, op 85-jarige leeftijd.
- Gegevens
- Hans Smits
- Categorie: Algemeen