Denk er om: recht op gezondheidszorg is algemeen recht, ook voor gedetineerden
Amsterdam – In Nederland is het recht op gezondheidszorg een algemeen geldend recht. Dit geldt ook voor burgers die een vrijheidsstraf ondergaan. De penitentiaire inrichting is er voor verantwoordelijk dat deze zorg zo goed mogelijk aan de gedetineerden wordt aangeboden. De inrichting heeft namelijk namens de overheid een zorgplicht te vervullen.
Deze zorgplicht staat gecodificeerd in artikel 42 van de Penitentiaire beginselenwet. Hierin staat dat elke gedetineerde recht heeft op medische verzorging. Hieronder valt ook de tandheelkundige zorg. De tandheelkundige zorg waar de gedetineerde recht op heeft, bestaat uit de noodzakelijke zorg voor het gebit. Indien een gedetineerde bijvoorbeeld erg veel last heeft bij het kauwen van zijn voedsel, kan het noodzakelijk zijn dat er een tandheelkundige behandeling wordt gedaan om dit probleem te verhelpen. Er bestaan gevallen dat de tandheelkundige behandeling die de gedetineerde wenst, in de ogen van de tandarts niet noodzakelijk is. Het verschil tussen het wel of niet noodzakelijk zijn van een tandheelkundige behandeling heeft gevolgen voor de mate van vergoeding van de behandeling door het ministerie van Veiligheid en Justitie.
Per geval
Wat betreft kosten voor medische behandelingen in de PI geldt het volgende: de basiszorgverzekering van de gedetineerde wordt tijdens detentie stopgezet. De reden hiervoor is dat de gedetineerde geen premie hoeft te betalen en het gevolg hiervan is dan ook dat de gedetineerde geen zorgtoeslag ontvangt. De basiszorgverzekering blijft dus wel bestaan, maar er kunnen geen rechten aan worden ontleend ten tijde van de detentie. Indien de gedetineerde beschikt over een aanvullende zorgverzekering moet er wel premie doorbetaald worden, tenzij de gedetineerde de zorgverzekeraar verzoekt om deze verzekering ook op te schorten. De medische afdeling van de penitentiaire inrichting bepaalt per geval of de behandeling noodzakelijk is. Indien een medische behandeling noodzakelijk is zal het ministerie van Veiligheid en Justitie dit vergoeden uit een collectieve verzekering. Indien er wordt geoordeeld dat de gedetineerde, door het ontbreken van enige noodzaak, geen recht heeft op tandheelkundige zorg zal de gedetineerde deze kosten zelf moeten betalen.
Verzoekbriefje
De allereerste stap voor een gedetineerde om in aanmerking te komen voor een (medische/tandheelkundige) behandeling, is het invullen van een verzoekbriefje om de medische dienst te kunnen spreken. Tijdens dit gesprek heeft de gedetineerde de mogelijkheid om het probleem aan de desbetreffende (tand)arts in de penitentiaire inrichting voor te leggen. Als hier vervolgens niet het gewenste resultaat mee wordt geboekt, in de ogen van de gedetineerde, kan de gedetineerde bij ons terecht om het probleem te bespreken en zoeken wij naar een passende oplossing. Ook indien er geen gehoor wordt gegeven aan een dergelijk verzoekbriefje van de gedetineerde, kunnen wij gaan onderzoeken wat we voor de gedetineerde kunnen betekenen. Denk er om: Het recht op gezondheidszorg is immers een algemeen recht die ook aan de gedetineerden toekomt.
Emilie Peek is sinds kort als medewerker bij het Juridisch Spreekuur Gedetineerden begonnen in Amsterdam. Na verschillende spreekuren met gedetineerden te hebben gelopen kwam zij erachter dat er een aantal onderwerpen in de spreekuren vaak terugkomt. Zo zijn er meerdere keren vragen gesteld over de rechten die de gedetineerden hebben ten aanzien van de medische dienst, specifiek op het gebied van de tandheelkundige zorg. Voorbeelden van vragen zijn bijvoorbeeld: ‘Mijn gebit is heel slecht, wat kan hieraan gedaan worden tijdens mijn detentie?’Of :‘In welke mate kan ik aanspraak maken op mijn zorgverzekering als ik een behandeling aan mijn gebit nodig heb of wens?’
- Gegevens
- Emilie Peek
- Categorie: Algemeen
Incassobureau CJIB trekt grote broek aan
Amsterdam – In de Nieuwsbrief ‘Re-integratie (ex-) gedetineerden’ staat een verhaal over hoe bekeuringen van het Centraal Justitieel Incassobureau kunnen worden betaald. Een mooi verhaal, waarvan het realiteitsgehalte wel erg ver te zoeken is. Het accent ligt op spoedbetalingen. Een paar citaten eruit: ‘Nuttige informatie voor gedetineerden die hun verblijf in de PI willen inkorten.’ Die kunnen dat doen door spoedbetalingen. Nergens wordt duidelijk hoe uit de PI spoedbetalingen zijn te doen.
Een ander citaat: ‘Voor een onmiddellijke invrijheidstelling moet de PI aan de gedetineerde doorgeven wat de openstaande bedragen zijn inclusief de bijhorende CJIB-nummers.’ De schrijvers van het stukje in de Nieuwsbrief hebben duidelijk geen idee hoe dat in een PI werkt, qua bureaucratie. Moet de casemanager dat doen? En waar staan die gegevens in de PI opgeslagen?
Gemiste kans
Het aller ingewikkeldst is nog hoe je uit de PI spoedbetalingen kunt doen. Via een computer die er niet is? Hoe is een bank te bereiken uit de PI? En kan uit de PI een rekening worden geopend? Nog niet zo lang geleden hebben we een rondje langs banken gemaakt of het mogelijk is uit een PI een bankrekening te openen. Bij ABN/ Amro een kansloze zaak, bij de ING wat minder kansloos, maar wel ingewikkeld. Heel recent kregen we het bericht binnen dat in de PI Roermond en de PI Sittard een gedetineerde niet naar buiten mocht om bankzaken te regelen. Daar had hij verlof voor nodig en dat kreeg hij niet. Want hij had er geen recht op. Als DJI faciliteiten zou gaan bieden in de PI’s om betalingen te kunnen regelen, als DJI met banken afspraken zou kunnen en willen maken om de spoedbetalingen te kunnen doen, zoals het CJIB voorstelt, dan zou deze mogelijkheid voor gedetineerden een optie zijn. Tot zolang alleen voor mensen die buiten zijn. Een gemiste kans.
- Gegevens
- Onze Redactie
- Categorie: Algemeen
Staatssecretaris sluit pact met bedrijfsleven voor werk ex-gedetineerden
Amsterdam – Werk is belangrijk om ex-gedetineerden van recidive af te houden. Dat weten we al lang, want werk is een van de drie w’s: wonen, werk, wijf. Of: wederhelft als wijf niet meer mag. Zo’n tachtig procent van de ex-gedetineerden heeft na vrijlating geen werk en komt dus in een uitkering terecht. Het is een belang van de overheid om deze groep aan het werk te krijgen, al is het maar vanwege de uitkeringen die het scheelt.
Staatssecretaris Dijkhoff van Veiligheid en Justitie heeft daartoe een pact met delen van het bedrijfsleven gesloten. Althans met ABN/Amro en met de Start Foundation. Het Oranjefonds heeft zich daarbij als maatschappelijk betrokken organisatie aangesloten. Met zijn drieën investeren ze 1,2 miljoen euro. Met die 1,2 miljoen is het de bedoeling dat 150 ex-gedetineerden via een intensieve begeleiding bij het opnieuw leren werken of bij een opleiding aan het werk komen met recidivevermindering en vermindering van het aantal uitkeringen als gevolg. Zo op het oog een typische win-/winsituatie.
Zestig procent aan een baan
De crux van het project is dat justitie uitkeert bij plaatsing in banen. Geen plaatsing dan geen geld voor de investeerders. Voorzitter van de Raad van Bestuur van de ABN Amro, Gerrit Zalm, gaat uit van een rendement van vijf procent, niet hoog, maar dat hoeft dan ook niet bij zo maatschappelijk project. Hij gaat niet uit van verlies.
Hij lijkt dus zeker te zijn van succesvolle tijden qua plaatsing. Overigens: zo’n op prestatiegericht contract noemt men in het moderne bedrijfskundige jargon een social impact bond.
Het is de Stichting 180 die via een methodiek die Work Wise heet de hand aan de ploeg slaat. Een specifieke manier van begeleiding naar arbeid, waar veel ervaring mee is opgedaan bij Justitiële Jeugdinrichtingen. Irma van Veen van de Stichting 180 is ervan overtuigd dat ze zestig procent aan een baan kan helpen. Van de vrijwilligersorganisaties is Exodus actief betrokken bij dit project. Helaas zijn er geen Bonjo lidorganisaties betrokken, maar misschien kunnen die op plaatselijk niveau aansluiting zoeken, al is het maar omdat daar veel deskundigheid zit die nu niet meegaat. Het zou ontzettend aardig zijn als het inderdaad zou lukken die 150 ex-gedetineerden – liever meer eigenlijk – aan het werk te krijgen. We zien uit naar voortgangsrapportages over het project. Hoe werkt de VOG-verplichting uit? Worden ook kwetsbare ex-gedetineerden aan het werk geholpen of is het de bovenkant van het cohort ex-gedetineerden geholpen zoals zo vaak bij re-integratieprojecten het geval is geweest? Spannend is het wel.
- Gegevens
- Onze Redactie
- Categorie: Algemeen
In Rotterdam drie jaar nazorg ex-gedetineerden
Rotterdam – Het Rotterdamse Veiligheidshuis biedt ex-gedetineerden drie jaar nazorg. Althans ex-gedetineerden die – wat in Rotterdam heet – een high impact crime (woninginbraken, overvallen, straatroven) achter de kiezen hebben. Iedereen die in die categorie valt, krijgt nadat hij buiten detentie is gekomen een adoptieagent toegewezen, die hem in de gaten houdt.
Als iemand van goede wil is, krijgt hij begeleiding bij het vinden van werk, bij het vinden van een woning, kortom bij al die dingen die bij nazorg van belang zijn. Allerlei clubs die in een Veiligheidshuis met elkaar optrekken (reclassering, politie, jeugdzorg, kinderbescherming) werken eraan om recidive bij deze speciale doelgroep te verminderen. Wie niet mee wil werken, wordt irritant gevolgd, opdat ze er wel voor waken in de fout te gaan.
Uiteraard bij daden uit de categorie waarover ze het in het veiligheidshuis hebben en bij de bedoelde doelgroep. Prof. Cyrille Fijnaut, een bekende criminoloog en hoogleraar rechtsvergelijking, denkt dat 54 procent recidiveert. Dat zou een behoorlijke recidive-winst opleveren. In het algemeen wordt namelijk aangenomen dat zo’n zeventig procent recidiveert.
Rotterdamse aanpak
Uit de cijfers waarover we beschikken blijkt dat waar in 2012 er 1294 straatroven waren, dat tot en met oktober 2015 het er 564 zijn. Hetzelfde zien we bij overvallen. Van 239 naar 108. Woninginbraken 4460 naar 2760. Nu kun je met statistieken en cijfers goochelen, maar het zijn indrukwekkende cijfers. De persoonsgerichte aanpak die Rotterdam voorstaat, lijkt redelijk succesvol.
Maar het is wel een klus om voor 665 personen uit de regio Rotterdam een op iedereen afzonderlijk toegesneden aanpak te maken en uit te voeren. Het succes sluit wel aan bij het beeld dat we bij Bonjo überhaupt hebben van de Rotterdamse aanpak. Behoorlijk toegesneden op wat we weten van de drie W’s: wonen, werken en wederhelft, oftewel een relatienetwerk.
- Gegevens
- Onze Redactie
- Categorie: Algemeen