Dagboek van een vrijwilliger (deel 2)
Deel 1 van dit dagboek gemist? Klik hier
Lelystad – Als beginnend vrijwillliger voor de Stichting Vrij ben ik niet op de hoogte van alle regels en voorschriften in de gevangenissen. Na mijn eerste bezoek liet ik een boek opsturen naar de Bijlmerbajes. Kwam het aan? En hoe verliep ons volgende gesprek? Bij mijn eerste kennismaking met M. vertelde hij me wat hij in zijn vrije tijd doet: sporten, televisie kijken en lezen. Boeken en natuurlijk deBonjo. Hij leest vooral boeken over de problemen waar hij zelf mee te maken heeft. Drugs en alcoholisme. In de bibliotheek van de Bijlmer staan niet zo veel boeken naar zijn smaak, en ik vroeg wat hij graag zou lezen. Boeken met korte verhalen. Daar zou ik voor hem naar op zoek gaan. Niets lastiger dan een geschikt boek voor iemand uit te kiezen, zoiets als kleding of parfum voor een vrouw. Maar een bevriende uitgever raadde me Gebed zonder eind aan, een boek van Aisis Aynan, een jonge Marokkaanse schrijver. Voor de adressering belde ik met de Bijlmerbajes. Ik werd vijf keer doorverbonden voor iemand – van de afdeling Bevolking – me dat kon geven.
Bij mijn volgende bezoek was ik benieuwd of het boek goed was aangekomen, maar eerst wilde ik graag horen wat er in de tussentijd was gebeurd. M. was nog steeds angstig en zenuwachtig, als gevolg van zijn verslaving, maar hij was ook opgelucht. Hij zal volgens zijn advocaat worden opgenomen in een kliniek. Dat was een goed bericht, en hij was er duidelijk beter aan toe. We hebben er een tijd over gesproken. Ook over het moment waarop zijn verslaving begon: verveling. Niets anders dan werken, met vrienden uitgaan en drank. Van drank naar drugs. Tja, het helaas bekende verhaal. Maar goed, er is nu een perspectief.
Bezoekkamertje
Het boek was aangekomen, maar M. kreeg een brief van de directeur dat een boek van buiten niet zomaar op cel mocht komen. Wat nu? Dat was mij niet verteld toen ik om het adres vroeg. Jammer, kleine teleurstelling. Later heb ik gebeld en hoorde dat daar inderdaad speciale regels voor zijn. Het wordt uitgezocht en hopelijk krijgt hij zijn boek binnenkort in handen. Bovendien kreeg ik van Stichting Vrij te horen dat M. is overgeplaatst. Ik hoop dat hij in zijn ontwenningsprogramma zit. Ondertussen had Stichting Vrij alweer iemand anders, weer in de Bijlmer. Tot de zomer is dat nog een Penitentiaire Inrichting, daarna zal iedereen zijn verhuisd naar het nieuwe onderkomen in Zaanstad met 1200 bewoners. Deze keer liep het echter mis, zoiets kan een vrijwilliger ook overkomen. Degene die had gezegd een gesprek te willen, zag er op het laatste moment vanaf. Ik zat al te wachten in het bezoekkamertje, toen de mededeling kwam dat de gevangene toch geen gesprek wilde. Het volgende verzoek lag al weer klaar bij Stichting Vrij, deze keer in PI Lelystad, voor mij een nieuwe locatie. Ik was benieuwd en hoopte dat het deze keer wel door zou gaan. De regels zijn daar weer anders, las ik in de bezoekfolder op de Website. Maar zo eenvoudig bleek dat nu ook weer niet: pas na vier keer bellen krijg ik te horen hoe het werkt. Ze zijn in Lelystad blijkbaar nog geen vrijwilligers van de Stichting Vrij gewend.
Koetjes en kalfjes
De Penitentiaire Inrichting in Lelystad is van buiten een heel ander gebouw dan de Bijlmerbajes, laagbouw zonder gracht eromheen. Deze keer ging ik met de auto, want de trein- en busverbinding duurt twee keer zo lang. De middag van mijn bezoek viel er natte sneeuw en het gebouw doemde uit de mist op aan de rand van Lelystad. Voor de ingang staat een groot beeldhouwwerk met twee bronzen katten op een sokkel die met een grote sleutel spelen. Volgens een van de bewakers op de afdeling van mijn nieuwe gedetineerde, was het de bedoeling van de kunstenaar ‘Spelen met gevangenschap en vrijheid’ uit te beelden. Hij had het hem een keer gevraagd en moest er hard om lachen.
Ik moest een tijdje wachten, want een collega zou me binnenlaten. Ook hier op de afdeling zijn ze niet allemaal gewend aan vrijwilligers, maar de sfeer was vrolijk. Ik werd in het kamertje op de advocatengang gezet en mijn gevangene werd opgehaald. Deze keer weer een jongeman, rond de vijfentwintig. Hij wil graag over ‘koetjes en kalfjes’ praten. Met medegevangenen praat hij niet zo eenvoudig over persoonlijke dingen. En ook hij had in deBonjo gelezen over de vrijwilligers. Vandaar de aanvraag. Het was inderdaad een gesprek dat alle kanten uit ging, over zijn persoonlijk leven en hoe hij in de criminaliteit terecht was gekomen. En over de boeken die hij leest, vooral boeken over zijn eigen wereld: misdaad en misdadigers. Misschien moet ik voor hem ook eens een ander boek meenemen?
Dochtertje
We babbelden over de internationale politiek, de vluchtelingen en het gevangeniswezen. N. denkt dat een gevangenis iemand niet op andere gedachten brengt. Zelfs kan een tijdje in de nor een aardig netwerk opleveren en klussen voor daarna.
N. ontmoette tijdens zijn gevangenschap een bekende crimineel, maar die gedroeg zich vaderlijk en raadde hem te stoppen met crimineel gedrag en aan een eigen bedrijf te beginnen. N. wijst met twee vingers op zijn hersens, volgens hem zit de criminaliteit tussen de oren van de gevangene. Er moet in het persoonlijk leven iets gebeuren dat hem aan het denken zet. Bij hem was dat de geboorte van zijn dochtertje vlak voordat hij werd opgepakt. Nu volgt hij een cursus ondernemen en wil hij inderdaad een eigen bedrijf beginnen, zodra hij vrij komt. Hij ziet nog wel op tegen het ondernemersplan. Bij het afscheid zegt N. dat hij graag een andere keer verder praat … en raadde me aan voorzichtig te rijden in verband met de gladheid.
Wordt vervolgd.
Deel 1 gemist? klik hier voor deel 1 van Dagboek van een nieuwe vrijwilliger
Deel 3 van dit dagboek zal verschijnen in Bonjo 3 van jaargang 11, straks oa te downloaden op deze website. Volg ons op facebook of twitter om op de hoogte te blijven.
- Gegevens
- Ronald van der Graaf
- Categorie: Algemeen
Dagboek van een nieuwe vrijwilliger (deel 1)
“Ronald: ‘Kan ik iets zinnigs zeggen of moet ik alleen maar luisteren?”
Amsterdam – Café Waterlooplein aan de Amsterdamse Rapenburgerstraat is de vaste stek van leden van de redactie van deBonjo. Vorig voorjaar trof ik daar hoofdredacteur Paul Grijpma en de directeur van Bonjo Jaap Brandligt. We kwamen te spreken over vrijwilligers en zo hoorde ik voor het eerst over de Stichting Vrij en was meteen geïnteresseerd. Ik las deBonjo en vond het een interessante krant. Informatie en verhalen die je niet in de dagbladen vindt. Na een volgende aflevering meldde ik me aan als vrijwilliger. Het leek me een goed idee eens met een medeburger binnen te spreken, voor mij die nog nooit een gevangenis van binnen had gezien.
Mijn eerste kennismaking met Stichting Vrij was vorig jaar november op een vrijwillersbijeenkomst in Amsterdam. Daar kwam een twintigtal vrijwillers, jong en oud, en na een rondje kennismaking luisterden we naar een verhaal van ex-gevangenisdirecteur Frans Douw. Hij vertelde over de situatie in de meeste gevangenissen, die het bijna onmogelijk maken achter de deur te herstellen: afgesloten van zuurstof, onpersoonlijk contact tussen gevangenen en personeel en ongeautoriseerd geweld. Met herstel bedoelde hij dat de gevangene na vrijlating weer een normaal leven in de maatschappij buiten kan leiden. Hij hield de vrijwilligers voor hun hoofd leeg te maken en geen oordeel te vellen. De aanwezige vrijwilligers waren geïnteresseerd en allemaal zeer betrokken bij de toestanden in de gevangenissen.
Jonge gedetineerde
Frans Douw vertelde ook over Noorse gevangenissen op het eiland Bastoy met zelfredzame afdelingen. De geïnterneerden wonen in houten hutten en werken op een boerderij. In hun vrije tijd kunnen ze sporten. Het percentage mensen dat in herhaling vervalt is 16 % tegenover een Europees gemiddelde van 70%. Dat leek me een belangrijk experiment en het leek mij ook steeds zinvoller in gesprek te gaan met de mensen binnen. Wat is het verschil tussen iemand van binnen en buiten? Kunnen de gesprekken met vrijwilligers bijdragen aan een soepeler terugkeer in de maatschappij? Begin januari was het zover, mijn eerste bezoek aan een gedetineerde. Toch ook spannend, wat verwacht iemand van mij? Het is een gesprek op eigen verzoek. Kan ik iets zinnigs zeggen? Hoef ik alleen maar te luisteren? Het bezoek was aan een jonge gedetineerde in de Bijlmerbajes. De weg daar naartoe was treurig makend. Vanuit de metro loopt er een lang, smal en versleten betonnen paadje naar de ingang, langs de muur om de zes kolossale gebouwen is een kanaal gegraven. Op de muur hangt een bordje: verboden te vissen. Alsof iemand het in zijn hoofd zou halen hier een hengel in het water te gooien.
Stemmen
De bezoekers moeten zich melden en identificeren, daarna moeten jas, horloge en mobiele telefoon in een kluisje en de rest gaat door de scan. Strenger dan op Schiphol, en zo kwam ik er achter dat in mijn schoenzolen een ijzeren strip zit. Na de derde check van mijn identiteitsbewijs – ‘we maken het hier zo omslachtig mogelijk’, zei het personeelslid op de bezoekersafdeling – kon ik in een kamertje plaatsnemen met een tafel en drie stoelen. Even later kwam mijn gedetineerde gesprekspartner binnen, begeleid door het personeelslid. Even voorstellen en al snel begon M. te vertellen dat hij een paar dingen kwijt moest. Hij had zich zelf gemeld om van de straat en de drugs verlost te zijn en wachtte nu op zijn veroordeling. M. was gespannen en hij zat te beven door zijn verslaving. Hij hoorde stemmen en had behoefte om erover te praten. Hij hoopte in een kliniek te worden opgenomen, hij had genoeg van het leven als verslaafde. Het gesprek liep als vanzelf. Hij vertelde en ik vroeg zo nu en dan. Langzamerhand leek hij wat rustiger te worden. We namen afscheid en ik beloofde hem om voor zijn zitting nog een keer langs te komen.
Deel twee lezen van dit dagboek? klik hier
- Gegevens
- Ronald van der Graaf
- Categorie: Algemeen