Sociale advocatuur onder druk.
Geen gelijk speelveld voor iedereen bij rechtshulp
Amsterdam – Wij van Bonjo zijn niet verbaasd. We hebben in eerdere uitgaven van onze krant geconstateerd dat de mogelijkheden voor mensen die geen geld hebben om een advocaat te hebben, steeds meer worden beperkt. In die zin is er sprake van klassenjustitie en niet van een gelijk speelveld voor iedereen die rechtshulp nodig heeft.
Minister Ard Van der Steur van Veiligheid en Justitie wil dat een advocaat straks nog maar voor 900 punten gefinancierde rechtsbijstand mag verlenen. Nu zijn dat er 2000. Volgens de Nederlandse Orde van Advocaten betekent dit dat veel advocaten de helft of meer van hun toevoegingspraktijk moeten afstoten en dat er dus vaak ‘neen’ verkocht moet worden aan rechtzoekenden.
De Raad voor de Rechtsbijstand wordt samengevoegd met het Juridisch Loket tot een nieuwe organisatie. Die nieuwe organisatie gaat als poortwachter functioneren voor de toegang tot een pro deo-advocaat. Bovendien mag die nieuwe instantie zelf eenvoudige zaken afhandelen.
Wel mooi voor die club: eerst kijken of je er zelf aan kan verdienen en als het te moeilijk wordt, dan pas doorverwijzen naar een advocaat.
De Nieuwe Instantie voert – wat heet – een oriëntatiegesprek met de rechtzoekende om te kijken of er doorverwezen gaat worden. Doet toch wel erg denken aan de keukentafelgesprekken die gemeentes voeren rond thuiszorg. Hoe dat verloopt, weten we inmiddels.
Centen en dubbeltjes
De Orde is van mening dat deze voorstellen er niet van getuigen dat het ministerie de ambitie heeft gefinancierde rechtsbijstand duurzaam te organiseren. Het gaat om centen en dubbeltjes. Minder uitgeven dan wel. Een reaguurder op de website van MR-online (nr 12, 2016) citeren we graag: ‘Men zegt wel eens: dingen moeten eerst uit de hand lopen voordat ze weer verbeteren. Dat proces kun je versnellen door de dingen sneller uit de hand te laten lopen. Advies: sociale advocaten biedt uw diensten niet meer aan. De rechtzoekende met een kleine portemonnee vindt het recht dan niet meer. Resultaat: zaken uit de hand gelopen’. En dat willen we natuurlijk niet.
- Gegevens
- Jaap Brandligt
- Categorie: Algemeen
Justitie wil sexchatting met kinderen strafbaar stellen
Den Haag – Als het aan minister Ard van der Steur (Veiligheid en Justitie) ligt, worden seksualiserende communicatie met kinderen (sexchatting) en seksuele afpersing (sextortion) strafbaar. Via het strafrecht wil hij meer bescherming bieden tegen nieuwe digitale vormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. De maatregelen zijn onderdeel van een algehele modernisering van de zedenwetgeving, die naar verwachting dit najaar klaar is voor consultatie.
Dit staat in een brief die onlangs naar de Tweede Kamer is gestuurd.
Met de wijziging van de zedentitel in het Wetboek van Strafrecht
reageert Van der Steur op het onderzoek Herziening van de
zedendelicten?, uitgevoerd door de Rijksuniversiteit Groningen in
opdracht van het Wetenschappelijke Onderzoek- en Documentatiecentrum
(WODC).
Volgens de onderzoekers is groot onderhoud nodig. Door het
ontoegankelijke karakter van de wetgeving is het lastig voor
praktijkjuristen om de strafbepalingen te beoordelen en toe te passen.
De regels overlappen elkaar en zijn vaak ingewikkeld. In de nieuwe opzet
moeten de verschillende vormen van digitale ontucht met kinderen een
duidelijke plaats krijgen.
Digitale ontucht
Alle reden om de wetgeving meer
bij de tijd te brengen. Ook wil de minister beter kunnen optreden tegen
digitale ontucht, zoals sexchatting en sextortion. De gevolgen hiervan
kunnen voor slachtoffers ingrijpend en langdurig zijn. Veelvuldig
sexchatcontact tussen een volwassene en een kind kan tot misbruik
leiden, zowel lichamelijk als via de webcam. Van der Steur vindt het
strafwaardig als een kind in een belevingswereld wordt getrokken waar
het niet in thuis hoort. Het kind wordt in zulke gevallen vaak gedwongen
dit contact verborgen te houden, online seksuele fantasieёn te
beschrijven of te verzinnen. Dit gedrag kan worden gezien als seksueel
stalken of seksueel inkapselen van een kind, een proces dat maanden of
zelfs jaren kan duren. Ook is de minister van oordeel dat
strafrechtelijke vervolging mogelijk moet zijn als sprake is van
afpersing door middel van seksueel beeldmateriaal met een specifiek
seksueel motief. Bijvoorbeeld gericht op het verlenen
van (meer) seksuele gunsten. Het is verwerpelijk gedrag dat de lichamelijke en seksuele integriteit van het slachtoffer schendt.
Wraakporno
Overigens biedt de huidige wet
voldoende (strafrechtelijke) bescherming tegen andere vormen van
seksuele afpersing. In die gevallen gaat het bijvoorbeeld om geld en
goederen, of het schaden van de eer en goede naam na een verbroken
relatie. Dit laatste staat bekend als wraakporno. De aanpak hiervan
krijgt een extra impuls doordat het wetsvoorstel Computercriminaliteit
III het kopiёren en helen van vertrouwelijke informatie strafbaar stelt.
Daarmee kan verspreiding van vertrouwelijke gegevens beter worden
aangepakt. Ook regelt dat wetsvoorstel de inzet van de lokpuber bij
grooming en verleiding van een minderjarige. Verder onderzoeken de
stichting Halt en het ministerie van Veiligheid en Justitie of een
Halt-afdoening kan worden ontwikkeld voor jongeren die zich schuldig
maken aan sexting. Voor een aanpassing van de strafwet in verband met
sexting ziet de minister geen aanleiding. Die biedt voldoende
mogelijkheden voor vervolging.
- Gegevens
- Onze Redactie
- Categorie: Algemeen
Ruimere mogelijkheden ontneming Nederlanderschap
Den Haag – De Eerste Kamer heeft ingestemd met het wetsvoorstel van minister Aart van der Steur (Veiligheid en Justitie) dat mogelijk maakt in meer gevallen het Nederlanderschap in te trekken bij terroristische misdrijven. Dit gebeurt straks ook na een voorafgaande strafrechtelijke veroordeling voor het geven of volgen van terroristische training. Eerder was dit al mogelijk bij andere terroristische misdrijven.
De nieuwe regeling is per 1 april in werking getreden. Hiermee wordt nog eens tot uitdrukking gebracht dat het Nederlanderschap niet op enigerlei wijze faciliterend mag zijn om in den vreemde terroristische misdrijven te plegen of personen voor te bereiden op het plegen van terroristische misdrijven. Wie zich op deze wijze tegen de Nederlandse staat keert, verliest zijn aanspraak op het Nederlanderschap.
Proportionaliteit
Het besluit tot intrekking van
het Nederlanderschap is voorbehouden aan de minister van Veiligheid en
Justitie en is een bestuurlijke maatregel die volgt op een
onherroepelijke strafrechtelijke veroordeling. Intrekking zal altijd
worden getoetst op proportionaliteit, conform Europese jurisprudentie en
mag niet leiden tot staatloosheid. Tegen de beslissing om het
Nederlanderschap te ontnemen is bezwaar en daarna beroep bij de rechter
mogelijk.
- Gegevens
- Onze Redactie
- Categorie: Algemeen